THE CANADIAN SCOTTISH REGIMENT
THE CANADIAN SCOTTISH REGIMENT
Nederland
Otto werd op 23 januari 1925 geboren in Styal, Alberta, als zoon van Amandus en Frieda Burian, die in 1914 een maand voor het uitbreken van WO 1 vanuit Duitsland naar Canada geëmigreerd waren. Otto was de jongste van de zeven broers en drie zussen. Toen hij 5 jaar was, verhuisde de familie naar British Columbia waar zij zich uiteindelijk vestigden in Maillardville, een gebied bij New Westminster, nu deel uitmakend van de stad Coquitlam bij Vancouver.
Hij werkte in een gieterij en was lid van the United Church.
Hij hield van softbal, om op zijn gitaar te spelen en had belangstelling voor auto’s. Hij bracht, met zijn broers en zussen, zijn vrije tijd door in Yukon en werkte als medewerker in een gieterij voordat hij op 21 oktober 1943 in dienst ging bij het Canadese leger. Twee van zijn broers dienden eveneens daarin en overleefden de oorlog gelukkig wel.
De militaire gegevens van Otto zien er als volgt uit:
Van 21 oktober 1943 – april 30, 1944 kreeg hij in Canada zijn basistraining
Van 7 mei 1944 – 12 juni 1944 was hij in het Verenigd Koninkrijk bij the 1st Canadian Infantry. Vervolgens bij de Reinforcement Unit en het 1st Bn Canadian Scottish Regiment.
Van 13 juni 1944 – 28 maart 1945 vocht hij , bij het 1st Bn Canadian Scottish Regiment in Frankrijk, NW Europa en tenslotte in het Rijnland offensief .
Zijn rangen waren als volgt:
21 October 1943 – 7 januari 1944 – Private
8 januari 1944 – 23 februari 1944 – Lance Corporal
24 februari – 28 maart – Acting Corporal
Otto raakte op 15 augustus 1944 tijdens gevechten gewond door een granaatscherf in zijn rug. Hij keerde op 29 augustus weer terug aan het front en sneuvelde uiteindelijk op woensdag 28 maart 1945 op de leeftijd van 20 jr. in the D-Coy, in de buurt van Emmerich (Duitsland). Hij werd tijdelijk begraven in Vrasselt bij Emmerich en daarna op 13 februari 1946 herbegraven in Groesbeek.
Op zijn grafsteen: IN THE HEARTS OF THE ONES WHO WILL NEVER FORGET HIM. MOTHER AND FATHER
Zijn medailles: 1939-45 Star, France-Germany Star, War Medal, and CVSM & Clasp.
Geschreven door zijn neef, Harvey J. Burian, Parksville, British Columbia.
Percy werd op 24 augustus 1910 geboren in Prince Albert, Saskatchewan als zoon van Adelaide Colman, uit Vancouver. Hij was de echtgenoot van Anne Lillian Colman-Hart uit Vancouver. Hij was de broer van Bill, Freddie, Graham en Dolly Colman.
Hij was klusjesman en lid van the Church of England.
Hij nam op 8 juli 1940 dienst in Vancouver en hij ging op 1 september 1942 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 3 juli 1944 naar Frankrijk.
Percy sneuvelde op zondag 18 februari 1945 op de leeftijd van 34 jr. in the C Coy bij het Moyland Wald tijdens de slag om het Rijnland. En hij werd tijdelijk begraven in Bedburg Hau Duitsland en op 13 september 1945 herbegraven in Groesbeek.
Op zijn grafsteen: IN MEMORY’S GARDEN WE MEET EVERY DAY. MOTHER AND FAMILY
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
Peter werd op 20 maart 1917 geboren in Fraser Lake British Columbia als zoon van Alec (overleden in 1936) en Christine Thomas, uit Fraser Lake. Zijn ouders waren in 1913 getrouwd in Hazelton British Columbia. Christine hertrouwde als Mrs. Casmere en zijn halfbroer was Jasper Casmere en zijn overleden zuster Sarah Thomas.
Hij was pelsjager en lid van de rooms-katholieke kerk. Hij was een Indiaan, die Engels en Indiaans sprak.
Hij nam op 11 juli 1940 dienst in Vanderhoof British Columbia en hij ging op 29 maart 1942 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 6 juni 1944 naar Frankrijk voor de D-Day landing. Hij raakte tijdens de strijd ernstig gewond op 29 maart 1945.
Peter stierf aan deze verwondingen op vrijdag 30 maart op de leeftijd van 28 jr. in the B Coy bij Emmerich Duisland tijdens de slag om het Rijnland. En hij werd tijdelijk begraven in Bedburg Hau Duitsland en hij werd daarna op 24 september 1945 herbegraven in Groesbeek.
Op zijn grafsteen: ON THAT BRIGHT IMMORTAL SHORE WE SHALL MEET TO PART NO MORE
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
William werd op 5 juni 1920 geboren in Fernie British Columbia als zoon van William (Hollands) en Christine (Schotse) Van Buskirk- Nicholson uit Fernie. Hij was getrouwd met Elizabeth F. Van Buskirk-Forrest Grant uit Port Inverness Schotland. Hun geadopteerde dochter was Margaret Lorna Van Buskirk. Hij was de broer van Mrs. A.R. MacLennan, Mrs. J.P Session, Grace, Patricia en Archibald Van Buskirk.
Hij was wegwerker en lid van the United Church.
Hij nam op 14 september 1940 dienst in Cranbrook British Columbia en hij ging op 20 april 1941 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 6 juni 1944 naar Frankrijk voor de D-Day landing. Hij raakte op 8 juni gewond en werd toen naar een Engels hospitaal gebracht. Hij ontscheepte Frankrijk weer op 1 september 1944.
William sneuvelde op woensdag 28 maart 1945 op de leeftijd van 24 jr. in the C Coy bij Emmerich Duitsland tijdens de slag om het Rijnland. En hij werd tijdelijk begraven in Vrasselt Duitsland voordat hij op 13 februari 1946 werd herbegraven in Groesbeek.
Op zijn grafsteen: THE PATH OF DUTY WAS THE WAY TO GLORY ETERNAL HONOUR TO HIS NAME
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
De provincie British Columbia heeft Mount Van Buskirk ten oosten van Brule Creek bij het begin van the Weigert Creek, vernoemd naar William Earle Van Buskirk.
Barton werd op 23 december 1915 geboren in Winthorpe Saskatchewan als zoon van John William en Alice Mawer (beiden Engels) uit Winthorpe. Hij was op 14 november 1939 in Winthorpe getrouwd met Kathrien Mawer. Ze hadden een zoon Russell Leonard Mawer. Kathrien hertrouwde na de oorlog als Mrs. Hansen.
Hij was arbeider en lid van the Church of England.
Hij nam op 5 november 1942 dienst in Calgary en hij ging op 18 juni 1943 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 6 juni 1944 naar Frankrijk voor de D-Day landing.
Barton sneuvelde tijdens een nachtpatrouille op zaterdag 25 november 1944 op de leeftijd van 28 jr. in the C Coy bij Groesbeek. En hij werd tijdelijk begraven in Nijmegen en hij werd op 8 augustus 1945 herbegraven in Groesbeek.
Zijn graf werd vervolgens in 1946 geadopteerd door een jonge vrouw uit Nijmegen.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
Edwin werd op 2 november 1913 geboren in Wellington British Columbia als zoon van Richard (Engels) en Jane (Amerikaanse) Fiddick, uit Nanaimo, British Columbia. Hij was op 23 augustus 1941 getrouwd met Hazel Fiddick, uit Nanaimo en hun zoon was Dennis Edwin Fiddick. Zijn broers waren Richard en John Fiddick en zijn zusters Alma en Alice Fiddick.
Hij was houthakker en lid van the United Church. Hij nam op 13 november 1942 dienst in Vancouver en hij ging op 19 september 1943 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 13 juni 1944 als versterking naar Frankrijk.
Edwin raakte dodelijk gewond op vrijdag 9 februari 1945 op de leeftijd van 31 jr. in the B Coy bij ‘Little Tobruk’ bij de Waalvlakte tijdens de slag om het Rijnland. En hij werd tijdelijk begraven in Nijmegen en hij werd daarna op 6 augustus 1945 herbegraven in Groesbeek. Op zijn grafsteen: WINDS OF HEAVEN BLOW SOFTLY HERE WHERE LIES SLEEPING ONE WE LOVED SO DEAR
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
George werd op 8 augustus 1917 geboren in Glenboro Manitoba als zoon van Ernest George en Florence Nellie Wotton, uit Brandon, Manitoba. Zij waren op 2 december 1914 getrouwd in Glenboro. Zijn broer was Ralph Wotton en zijn zusters waren Nellie en Mable Wotton.
Hij werkte als opzichter bij de spoorwegen en was lid van the United Church. Hij genoot van sporten als Canadian football, schaatsen en softbal. Hij speelde viool en andere snaarinstrumenten. Hij hield van dansen, films, luisteren naar de radio en het lezen van de nieuwsbladen en magazines.
Hij nam op 10 juli 1942 dienst in Winnipeg en hij ging op 14 maart 1944 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 11 juni als versterking naar Frankrijk. Hij raakte op 8 juli gewond en werd toen naar een Engels hospitaal gebracht en ontscheepte op 18 november weer NW Europa.
George sneuvelde op 28 maart 1945 op de leeftijd van 27 jr. in the C Coy bij Emmerich Duitsland tijdens de slag om het Rijnland. En hij werd tijdelijk begraven in Vrasselt Duitsland en hij werd daarna op 13 februari 1946 herbegraven in Groesbeek.
Op zijn grafsteen: THRO’ ENDLESS AGES EVER TO BE NEARER, MY SAVIOUR STILL NEARER TO THEE
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
Harvey werd op 9 mei 1920 geboren in Armstrong British Columbia als zoon van Albert Ivan en Viola (overleden in 1933) Warner, uit Armstrong (beiden Amerikaans). Zij waren op 15 december 1897 getrouwd in Berwick Iowa VS. Hij trouwde met Margaret Ivy Warner-Young, uit Auckland Engeland. Zij hertrouwde na de oorlog als Mrs. Foulis. Zijn broers waren Theron Malton, Ronald Jay, Elmer Ivan (1928), Albert Edgar (1911) en Walter William Warner (1944). NB de laatste drie zijn dus alle drie overleden. Zijn zusters waren Esther Irene McNair, Ada May Warner, Ruth Anna Mills, Viola Connatty en Margaret Evelyn Warner.
Hij was boekhouder en lid van the Church of England.
Hij nam op 6 december 1939 dienst in Kamloops British Columbia en hij ging op 2 september 1941 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 10 juni 1944 als versterking naar Frankrijk.
Harvey sneuvelde op maandag 19 februari 1945 op de leeftijd van 24 jr. in the B Coy bij het Moyland Wald tijdens de slag om het Rijnland. En hij werd tijdelijk begraven in Bedburg Hau Duitsland voordat hij op 19 september 1945 werd herbegraven in Groesbeek.
Op zijn grafsteen: NON SIBI SED ALLIS
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
Henry werd op 23 april 1920 geboren in Regina Saskatchewan als zoon van Mr. (overleden) en Gertrude Elam, uit Regina.
Hij was beroepssoldaat en lid van the Church of England.
Hij nam op 1 september 1939 dienst in Victoria British Columbia e hij ging op 4 juli 1944 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 16 oktober naar Frankrijk.
Henry sneuvelde op maandag 19 februari 19 1945 op de leeftijd van 24 jr. in the C Coy bij het Moyland Wald tijdens de slag om het Rijnland. En hij werd tijdelijk begraven in Bedburg Hau Duitsland en hij werd op 20 september 1945 herbegraven in Groesbeek.
Op zijn grafsteen: KEPT BY AN ALL SUSTAINING POWER HE LOANED HIS LIFE TO GOD
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; War Medal; CVSM & Clasp.
Clifford werd op 16 januari 1919 geboren in Halifax Nova Scotia als zoon van Stanley Samuel (overleden in 1940) en Carolina Georgina Williams. Zij waren op 30 augustus 1916 getrouwd in Tufst Cove Nova Scotia. Hij was op 2 februari 1940 getrouwd in Pereau Nova Scotia met Edna May Williams, of Canning, King’s Co., Nova Scotia en hun kinderen waren Carl Raymond, Sandra Lee en Dorothy Marie Williams. Zijn broers James A. (1922) en Stanley K. Williams (1931) waren al eerder overleden.
Hij was arbeider en lid van the Church of England. Hij las in het algemeen behoorlijk veel, romans, non-fictie en hedendaagse geschiedenis en meestal van de betere soort. Hij hield van zwemmen en schaatsen en de belangrijkste sporten waren jagen en vissen. En hij mocht ook graag aan auto’s knutselen en hield van technische, mechanische dingen.
Hij nam op 4 oktober 1939 dienst in Dartmouth Nova Scotia en hij ging op 19 juli 1944 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 7 oktober naar Frankrijk.
Clifford werd vermist in de strijd op woensdag 20 december 1944 op de leeftijd van 25 jr. in the C Coy bij de Waalvlakte bij Nijmegen.
Zijn medailles waren: 39-45 Medal; France Germany Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
Ernest werd op 24 september 1923 geboren in Vancouver als zoon van Richard W. (adres onbekend) en Dorothy Lilian Harrison (beiden Engels) uit New Westminster, British Columbia. Zijn ouders waren op 26 februari 1918 getrouwd in Londen Engeland. Zijn broers waren William Frederick en Geoffrey Michael Harrison. Zijn zusters waren: Mrs. Beatrice May Messinger nee Harrison, Mrs. Lilie Eidet nee Harrison en Kathleen Harrison.
Hij was ook de broer van Cpl Arthur John Harrison, die bij hetzelfde regiment sneuvelde op 10 juni 1944 op de leeftijd van 23 jr. in the B Coy bij Putot en Bessin Frankrijk. Hij werd daarna begraven in in Bretteville sur Laize Frankrijk graf 6-C-12.
Hij was chauffeur en lid van the Church of England. Hij hield van bowling, schaatsen, shows, dansen en las een beetje.
Hij nam op 1 maart 1944 dienst in Vancouver en hij ging op 5 september overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 4 november 1944 naar NW Europa.
Ernest werd vermist na een patrouille en men nam toen aan dat hij was gesneuveld op zaterdag 27 januari 1945 op de leeftijd van 21 jr. bij Leuth (Holland). Ze hebben daar op 10 juni 2014 nog een plaquette voor hem onthuld door zijn zuster Beatrice Messinger nee Harrison vlakbij het vermoedelijke tijdelijke graf bij de dijk van Leuth.
Zijn medailles waren: 39-45 Medal; France Germany Medal; CVSM & Clasp; War Medal.
Francis werd op 21 augustus 1919 geboren in New Glasgow Nova Scotia als zoon van William E. en Alexandria Brian, uit Dorchester, New Brunswick. Zij waren op 3 oktober 1917 getrouwd in New Glasgow. Zijn broer was Percy Colin Brian (ook in het leger).
Hij was kantoorbediende en lid van de rooms-katholieke kerk.
Hij nam op 21 augustus 1940 dienst in Moncton New Brunswick en hij ging op 19 augustus 1941 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 6 juni 1944 naar Frankrijk voor de D-Day landing.
Francis werd in de strijd vermist en er werd vanuit gegaan dat hij toen is gesneuveld in the C Coy op zaterdag 25 november 1944 op de leeftijd van 25 jr. bij Groesbeek.
Zijn medailles waren: 39-45 Medal; France Germany Medal; efense Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
Leonard werd op 2 september 1922 geboren in Ile D’Anticosti Quebec als zoon van Abraham Rodgers en Mathilda Rodgers-Bezeault (beiden Frans-Canadees), uit Shelter Bay, Saguenay Co., Provincence Quebec. Hij had twee broers, Joseph en Aimé Rodgers en een zuster Flora Lemond-Rodgers.
Hij was losarbeider en lid van de rooms-katholieke kerk. Hij sprak Frans en zijn hobby was het lezen van romans.
Hij nam dienst op 1 september 1942 in Quebec en ging overzees naar het VK op 19 juli 1944 en ging aan land in NW Europa op 29 januari 1945.
Hij werd vanuit Le Regiment de Maisonneuve op 26 februari 1945 overgeplaatst naar the 1Bn Canadian Scottish Regiment en raakte op dezelfde dag zwaar gewond tijdens de slag om het Rijnland Duitsland. En hij stierf als krijgsgevangene aan deze verwondingen op maandag 5 maart 1945 op de leeftijd van 22 jr. en plaats onbekend.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
Robert werd op 10 oktober 1922 geboren in Vancouver als zoon van George William en Arvillia Victoria Emery, uit Vancouver. Zij waren op 18 mei 1922 getrouwd in Vancouver. Zijn zusters waren Madelyn Francis en Armine Arvillia Emery.
Hij was een takelaar en lid van the United Church. Hij kon niet aan sporten deelnemen vanwege een vroegere blessure. Hij hield van jagen en vissen en las een beetje.
Hij nam op 7 november 1942 dienst in Vernon British Columbia en hij ging op 18 juni 1943 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 4 september 1944 naar Frankrijk.
Robert werd in de strijd vermist tijdens de slag om het Leopoldkanaal in België en er werd vanuit gegaan dat hij daar sneuvelde in the C Coy op 22 jarige leeftijd op maandag 23 oktober 1944. Men dacht eerst door meldingen van ooggetuigen dat hij krijgsgevangen was gemaakt door de Duitsers en toen naar een krijgsgevangenkamp in Duitsland is gebracht.
Zijn medailles waren: 39-45 Medal; France Germany Medal; Defense Medal; War Medal; CVSM & Clasp.
Frank werd op 28 april 1921 geboren in Prince Albert Saskatchewan als zoon van Herbert Frank en Winnifred Annie Cherry-Potter, uit Victoria, British Columbia. Zijn ouders waren in juli 1918 in Southend-on-Sea in Engeland getrouwd.
Zijn drie broers Robert Frank, Gerald Ernest, Grant Herbert Cherry waren ook al in het overzeese Canadese leger en de 4e broer Kenneth Donald Cherry was ook thuis in het Canadese leger. Zijn zusters waren: Thelma Peggy en Phyllis Jane Cherry.
Hij was van beroep molenaarsknecht en lid van the United Church.
Hij ging in juli 1940 in dienst in Penticton British Columbia en hij ging overzees naar het VK op 2 september 1941 en hij werd in oktober geplaatst bij the 1 Bn Canadian Scottish Regiment uit Victoria. En vervolgens was hij op 6 juni 1944 D-Day betrokken bij de landing van zijn regiment in Normandië. Hij raakte gewond op 6 oktober 1944 en werd op 10 oktober benoemd tot korporaal.
Frank sneuvelde op dinsdag 10 april 1945 op de leeftijd van 23 jr. tijdens de slag om Deventer bij een villa in Schalkhaar . Hij werd tijdelijk begraven in Oxe bij Deventer en herbegraven op 17 december 1945 in Holten.
Op zijn grafsteen staat: Five brothers in arms Four survive, Life’s work well done, Now comes rest
Vertaling Verklaring Military Medal (9 juli 1944):
‘In de nacht van 8 en 9 juli 1944 was er een aanval op Cussy (Normandië), De commandant van de sectie van Lance-Corporal Cherry raakte gewond nadat de eerste linie van de verdediging van het te veroveren object was genomen en toen bracht Lance-Corporal Cherry zijn commandant naar een veilige plaats onder hevig gericht vuur van de vijand, En hij hergroepeerde de sectie van the Canadian Scottish Regiment snel en veroverde daardoor de tweede linie van de verdediging. Hij is een uittekende voorbeeld voor zijn manschappen en heeft daarvoor veel bewondering afgedwongen. Zijn snelle handelen en koelbloedigheid onder schootsvuur waren ongetwijfeld verantwoordelijk voor het innemen van de vijandelijke verdediging door zijn sectie.’
Cherry Islets bij Pitt Island ten zuidoosten van Prince Rupert, British Columbia, is ook ter ere van hem vernoemd.
Zijn medailles waren: The Military Medal (op 4 november 1944); The 1939-45 Star; The France Germany Medal; The War Medal ; The Defence Medal; The CVSM & Clasp.
Er is op 10 april 2018 nog een plaquette voor hem onthuld bij de villa in Schalkhaar.
Gordon werd op 15 mei 1923 geboren in Cumberland, British Columbia als zoon van William S. en Margaret D. Wood, uit Cumberland.
Hij meldde zich als vrijwilliger voor actieve dienst aan op 14 februari 1942 in Victoria British Columbia. Hij deed zijn basisopleiding bij the 110 CABTC in Vernon British Columbia en hij werd overgeplaatst naar 15 Shilo, Manitoba op 14 april 1942 voor zijn infanterie opleiding. Hij kwam in het Verenigd Koninkrijk aan op 12 juni 1942 met The Canadian Scottish Regiment in Angmering, Sussex en op 18 december 1942 in de “Mortar Platoon of Support Company”.
Hij landde in Frankrijk als lid van de “Mortar Platoon” op D-Day 6 juni 1944, en werd gewond in gevechten op 16 juli 1944 rond Caen. Na een periode in het ziekenhuis in Engeland, kwam hij weer bij het bataljon in NW Europa op 10 oktober 1944 en hij werd benoemd tot een A/Cpl op 23 februari 1945.
Gordon sneuvelde op zaterdag 21 april 1945 op de leeftijd van 21 jr. bij de bevrijding van Wagenborgen. Hij werd tijdelijk begraven in Siddeburen voordat hij op 15 februari 1946 werd herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: HE FOLLOWED HIS LORD AND SAVIOUR WHO GAVE HIS LIFE FOR ALL MANKIND
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal 1945; CVSM & Clasp.
Zijn naam staat op het monument in Wagenborgen.
Gwilyn werd op 22 november 1911 geboren in Coleman Alberta als zoon van William Baden (uit Wales en overleden) en Mary (Schotse) Powell. Zijn ouders waren op 10 augustus 1913 getrouwd in Vernon British Columbia. Hij was op 21 februari 1939 in Victoria British Columbia getrouwd met Doris Nellie Priscilla Powell, uit Victoria.
Hij was filiaalhouder en lid van the Church of England.
Hij nam op 13 september 1939 dienst in Victoria en hij ging op 2 september 1941 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 6 juni 1944 naar Frankrijk voor de D-Day landing. En hij raakte daarna op 8 juni gewond.
Gwilyn sneuvelde op maandag 30 april 1945 op de leeftijd van 33 jr. in the A Coy bij de Leda rivier tijdens de slag om Leer (NW Duitsland) en hij werd tijdelijk begraven in Ihrhove (Duitsland) voordat hij op 12 maart 1946 werd herbegraven in Holten.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp en the Canadian Efficiency Medal (1942).
Carmen werd op 15 juni 1914 geboren in Revelstoke, British Columbia als zoon van Angelo en Mary Caponero (beiden Italiaans). Hij was op 1 juli 1939 in Halden British Columbia getrouwd met Amy Caponero en hun zoons waren Donald John en Robert L. Caponero. Zijn broers waren Charlie, Ernest en Tony Caponero en zijn zuster was Mrs. Bud Pearson.
Hij werkte als klinker op een scheepswerf in Vancouver en hij was lid van de rooms-katholieke kerk.
Hij nam op 19 april 1944 dienst in Vancouver en hij ging op 12 oktober 1944 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 11 november 1944 naar NW Europa waar hij toetrad tot the Canadian Scottish Regiment. Op 21 november bevond hij zich in de omgeving van Nijmegen.
Als lid van “D” Coy was hij betrokken bij de operaties in het Rijnland en werd benoemd tot Lance Corporal op 24 maart 1945, toen zijn eenheid de Rijn kon oversteken.
Carmen sneuvelde op zaterdag 21 april 1945 op de leeftijd van 30 jr. bij de eerste poging om Wagenborgen te bevrijden. Hij werd tijdelijk in Siddeburen begraven en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: AS WE LOVED YOU SO WE MISS YOU IN OUR MEMORY YOU ARE NEAR. LOVING WIFE AND SONS
Zijn medailles waren: 1939-45 Star, France Germany Star, War Medal; CVSM & Clasp.
Zijn naam staat op het monument in Wagenborgen.
Frederick werd op 8 september 1908 geboren in Daysland Alberta als zoon van Wilson en Martha Henrietta Van Idour-Block uit Kelowna British Columbia. Zijn zusters waren: Mrs. Gladys Hopkins, Mrs. Evelyn Dailey, Mrs. Bernice Todd en Mrs. Beatrice Matheson.
Hij was op 19 december 1929 getrouwd met Helen Rosa McCall in Oyama British Columbia en zij hadden twee kinderen: een jongen: Arthur Frederick (1930) en een meisje Vivien Evelyn (1933).
Hij was van beroep mijnwerker en lid van the United Church of Canada.
Hij nam dienst op 16 juni 1942 in Vernon British Columbia en ontscheepte op 28 november 1943 vervolgens in het VK en hij ging op 17 oktober 1944 daarna aan land in België. Hij werd op 3 november 1944 in actieve dienst geplaatst bij the Canadian Scottish Regiment. Hij nam daarna deel aan de verdere opmars van zijn regiment door België en West-Duitsland (Rineland).
Hij werd op 16 februari 1945 bevorderd tot Lance Corporal.
Frederick sneuvelde op maandag 19 februari 1945 op de leeftijd van 36 jr. in de D-compagnie bij het Moyland Wald in Duitsland tijdens operation Veritable en hij werd tijdelijk begraven bij het Heseler Feld bij Calcar in Duitsland voordat hij in maart 1948 werd herbegraven in Holten.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal 1939- 45; CVSM & Clasp.
Hij diende bij the Canadian Scottish Regiment.
John werd op 24 maart 1921 geboren in Lewes Sussex, Engeland als zoon van: voornaam vader onbekend en moeder Florence Gladys Rumney, zij is nl. later hertrouwd met stiefvader Reginald Alfred Rumney, uit Port Alberni, British Columbia. uit Port Alberni. Zijn stiefbroers en zussen waren Mrs. Joan Hay, Constance, Robert, Colward en Reginald Rumney. Na de school tot grade 12 te hebben doorlopen, werd hij houthakker op Vancouver Island en meldde zich in Victoria British Columbia op 27 juni 1940 aan bij the Canadian Scottish Regiment. Als een van de eerste leden van het Signal Platoon, kwam hij met zijn eenheid op 2 september 1941 in het VK aan, en verbeterde zijn vaardigheden door cursussen en oefeningen te volgen in Engeland en Schotland, voordat hij in Frankrijk landde op D-Day 6 juni 1944. Tijdens zijn verblijf in Engeland ging hij door met boksen en won het kampioenschap van zijn regiment in the Albert Hall, in Londen Engeland. Op 13 juni 1944 werd hij bevorderd tot L/Cpl. en diende het regiment in operaties in Noord-Frankrijk, België, Holland en Duitsland, met uitzondering van twee periodes waarin hij ziek was. Bij Wagenborgen werd hij toegevoegd aan the ‘D’ Coy, gedurende de eerste poging om het dorp te bevrijden. Hij raakte zwaar gewond en overleed, 24 jaar oud, op zaterdag 21 april 1945. Hij werd tijdelijk begraven in Siddeburen en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: UNTIL THE DAY BREAK AND THE SHADOWS FLEE AWAY” REMEMBER, DEAR A MOTHER’S LOVE WILL NEVER DIE
Zijn medailles waren: 1939-45 Star, France-Germany Star, Defence Medal; War Medal 1939-45; , CVSM & Clasp.
Hij staat vermeld op het monument in Wagenborgen.
Clayton werd op 3 april 1915 geboren in London Ontario, de zoon van George Albert en Rhea Jane Mitchell-Taylor. Zijn boers waren: Lloyd (geboren 1910), zuster Enid ( 1911), Carl ( 1918), Orville John (1921), William ( 1925) en Leslie ( 1927). Zowel Lloyd als Carl dienden ook bij het Canadese leger en van de anderen is het niet bekend.
Zijn moeder was al overleden toen hij het leger in ging.
Hij was op 18 augustus 1944 in London Ontario getrouwd met Helen Ruth Hadden en hij was spoorweg-employé en lid van the Church of England. Zijn vrouw was zwanger toen Clayton naar Europa ging en zij beviel van hun zoon Clayton Leroy in 1945 en hij is kort daarna in 1947 overleden.
Hij werd opgeleid bij de nationale reserve van the Midddlesex and Huron regiment van 1930-1940.
Hij nam vrijwillig op 13 maart 1943 dienst bij het Canadese leger, eerst bij the Perth regiment en hij werd op 17 juli bevorderd tot luitenant.
Hij ging pas op 9 januari 1945 vanuit het VK naar NW Europa en werd op 22 februari 1945 geplaatst bij the 1st Bn Canadian Scottish Regiment.
Hij sneuvelde op dinsdag 10 april 1945 op de leeftijd van 30 jr. als pelotonscommandant bij the B Coy tijdens de slag om Deventer . na het oversteken van een Duitse tankgracht op het terrein van het psychiatrisch ziekenhuis ‘de Brinkgreven’.
Hij werd daarna tijdelijk begraven in Oxe bij Deventer voordat hij op 17 december 1945 werd herbegraven in Holten.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France-Germany Star; Defence Medal; War Medal 1939-45; CVSM & Clasp.
NB Een plaquette is op 10 april 2018 nog voor hem onthuld op het terrein van Brinkgreven in Deventer.
Denis werd geboren op 22 januari 1921 in Creston, British Columbia als zoon van George en Doris Hucroft. Hij was getrouwd met Grace Anne Huscroft.
Na het afronden van zijn middelbare schoolopleiding in het oostelijke Kootenay District, trouwde hij en werd een meubelmaker voordat hij in dienst ging op 7 juli 1940 bij de Rocky Mountain Rangers in Kamloops British Columbia . Hij werd benoemd tot Lance / Corporal op 16 juli 1940 en werd korporaal op 17 juli 1941. Hij werd geselecteerd voor de officiers-cadettentraining op 10 januari 1942. Hij studeerde af als 2e Luitenant op 10 april 1942, en voltooide een opleiding tot luitenant bij A.16 CITC in Calgary op 16 mei 1942.
Op 1 augustus 1942 werd hij verbonden aan the Basic Training Camp, Vernon British Columbia, en kwam weer bij zijn eenheid op 6 september 1942 in Nanaimo British Columbia. Na een opleiding in begin 1944 aan de Forest, Bush en Jungle Warfare School kwam hij in het Verenigd Koninkrijk aan op 16 november 1944.
Op 12 december kwam hij vervolgens aan in NW-Europa als een officier voor de 1st Bn, The Canadian Scottish Regiment, in de omgeving van Nijmegen. Hij diende als een pelotonscommandant in de gevechten in het Rijnland bij Emmerich Duitsland en in het begin van april 1945 bij Deventer. Daarna werd hij Pioneer Officier van het bataljon op de eerste dag van de gevechten om Wagenborgen.
Denis sneuvelde daar op zaterdag 21 april 1945, 24 jaar oud. Hij werd tijdelijk begraven in Siddeburen en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: ”THE LORD IS MY SHEPHERD; I SHALL NOT WANT.” TILL WE MEET AGAIN
Zijn medailles waren:1939-45 Star, France Germany Star, War Medal 1945; CVSM & Clasp.
Zijn naam staat vermeld op het monument in Wagenborgen.
Martin (of ‘Van’), zoals hij al snel door zijn collega’s werd genoemd, werd op 19 juli 1916 geboren in Appleton, Wisconsin, USA . Hij is de zoon van Anthonius F. en Theresa Van Santvoord. Hij was getrouwd met Patricia E. Van Santvoord uit Vancouver en hun zoon was Anthony Martin Van Santvoord. Het is niet bekend, wanneer hij of zijn familie verhuisde naar Canada, maar hij voltooide zijn highschool en was machinist voor het uitbreken van de oorlog. In 1940 meldde hij zich bij het begin van de oorlog aan bij het 3e (Res) Bataljon van the Irish Fusiliers of Canada (Vancouver Regiment). Als een getrouwde man begon hij zijn actieve dienst als officierscadet op de OTC (WC) op 19 maart 1943. Daar zwaaide hij op 18 juni af als 2nd lieutenant en werd daarna op 17 juli 1943 bevorderd tot lieutenant (Infantry) in A.16 Calgary. Hij werd lid van het actieve dienstbataljon van zijn regiment in Vernon op 19 juli 1943, en keerde terug naar opleidingstaken op 16 augustus 1943 bij de A. Op 19 mei 1944 werd hij voor zes maanden tot instructeur benoemd bij de OTC(EG) Brockville en volgde toen een cursus van vier weken in handvuur- wapens op de CSATC, Nanaimo, eindigend op 7 november 1944.
Op 19 december 1944 kwam hij aan in het Verenigd Koninkrijk en op 19 februari 1945 was hij in NW-Europa als een versterkingsofficier voor The Canadian Scottish Regiment, met de toetreding tot het 1ste Bataljon net na de zware gevechten en verliezen in Moyland Wald Duitsland.
Hij was in dienst als Pioneer Officer in het Rijnland en bij Emmerich, en gaf waardevolle hulp bij de bevrijding van Didam op grond van zijn spreekvaardigheid in de Nederlandse taal. Dit talent werd opnieuw ingezet in de gevechten om Deventer en elders, toen de eenheid verplaatst werd naar Midden-en Oost-Nederland.
Misschien omdat hij zo geschikt was, en ongetwijfeld omdat er een tekort aan geweerpelotons-commandanten waren, werd hij geplaatst in the ‘A’ Coy medio in april 1945. Op 21-22 april beval hij het 18e peloton, om een deel van het vaderland van zijn voorouders te bevrijden.
Martin sneuvelde op zondag 22 april 1945 op de leeftijd van 28 jr. tijdens de bevrijding van Wagenborgen. Hij werd tijdelijk begraven in Sideburen en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: BELOVED AND DEEPLY MOURNED BY HIS LOVING PARENTS AND ADORING WIFE AND SON
Zijn medailles waren: 1939-45 Star, France-Germany Star, War Medal 1945; CVSM & Clasp.
Zijn naam staat vermeld op het monument in Wagenborgen.
Anthony ‘Tony’ Compton Lundie werd op 20 februari 1915 geboren in Oakburn, Manitoba als zoon van Cuthbert en Mrs. M. Compton Lundie uit Duncan British Columbia.
Hij was lid van the Church of England. Zijn sporten waren tennis, rugby en vissen en hij las fictie en reismagazines. Hij bestuurde en organiseerde ook bij sportclubs.
Na het voltooien van zijn High School onderwijs op Vancouver Island, vond hij werk als commerciële kantoorbediende en in 1935 trad hij toe tot de 1e Bn van The Canadian Scottish Regiment in Victoria British Columbia.
Na verhuisd te zijn naar Duncan British Columbia, werd hij op 6 september 1939 private (soldaat) in de 2e Bn (MG) en een week later benoemd tot L/Cpl.
Op 25 januari 1940 werd hij bevorderd tot korporaal en dezelfde dag benoemd tot Lance Sergeant.
Hij werd bevorderd tot sergeant op 11 juni 1940 en, als een categorie “A” vrijwilliger, werd hij overgeplaatst naar het 1st Bn voor overzeese dienst op 19 juni 1940.
In de tussentijd was hij getrouwd met Mary Agnes Compton Lundie en werd hij in oktober 1940 overgeplaatst naar het Debert Camp, Nova Scotia en hij ging overzees naar Greenock, Schotland op 2 september 1941.
Als een zeer gewaardeerde senior NCO, werd hij geselecteerd voor de terugkeer naar Canada op 7 april 1942 als kandidaat voor de opleiding tot officier en hij studeerde af in het begin van september als een 2e luitenant bij OTC (WC) in Victoria. Op 10 december 1942 sloot hij de opleiding af en werd hij benoemd tot luitenant (Infanterie) bij A.16 in Calgary en kwam weer terug in het Verenigd Koninkrijk op 18 december 1942.
Op 16 januari 1943 kwam hij weer bij de 1e Bn en werd benoemd tot 21 C van de nieuw gevormde Anti-Tank Platoon of Support Coy. In deze functie landde hij op 6 juni 1944 in Normandië op D-Day, en werd bevorderd tot kapitein en OC A-Tk Platoon op 6 november 1944.
Op 6 februari 1945 werd hij adjudant, en op 10 februari werd hij aangesteld om het commando te voeren over the ‘D’ Coy in de waarnemende rang van majoor.
Hij vocht in het Moyland Wald, bij Emmerich (Duitsland) na het oversteken van de Rijn en daarna bij Deventer, en onderscheidde zich door moed en opvallend goede inzet.
Anthony sneuvelde op zaterdag 21 april 1945, op de leeftijd van 30 jaar bij de bevrijding van Wagenborgen. Hij werd tijdelijk begraven in Siddeburen en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star, France Germany Star, Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp en ” Mentioned in Dispatches f o r gallantry and distinguished service.
Zijn naam staat vermeld op het monument in Wagenborgen.