THE CANADIAN SCOTTISH REGIMENT
THE CANADIAN SCOTTISH REGIMENT

The Netherlands
This may contain a general text about the Netherlands
This can contain general text about the place



Gordon werd op 15 mei 1923 geboren in Cumberland, British Columbia als zoon van William S. en Margaret D. Wood, uit Cumberland.
Hij meldde zich als vrijwilliger voor actieve dienst aan op 14 februari 1942 in Victoria British Columbia. Hij deed zijn basisopleiding bij the 110 CABTC in Vernon British Columbia en hij werd overgeplaatst naar 15 Shilo, Manitoba op 14 april 1942 voor zijn infanterie opleiding. Hij kwam in het Verenigd Koninkrijk aan op 12 juni 1942 met The Canadian Scottish Regiment in Angmering, Sussex en op 18 december 1942 in de “Mortar Platoon of Support Company”.
Hij landde in Frankrijk als lid van de “Mortar Platoon” op D-Day 6 juni 1944, en werd gewond in gevechten op 16 juli 1944 rond Caen. Na een periode in het ziekenhuis in Engeland, kwam hij weer bij het bataljon in NW Europa op 10 oktober 1944 en hij werd benoemd tot een A/Cpl op 23 februari 1945.
Gordon sneuvelde op zaterdag 21 april 1945 op de leeftijd van 21 jr. bij de bevrijding van Wagenborgen. Hij werd tijdelijk begraven in Siddeburen voordat hij op 15 februari 1946 werd herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: HE FOLLOWED HIS LORD AND SAVIOUR WHO GAVE HIS LIFE FOR ALL MANKIND
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal 1945; CVSM & Clasp.
Zijn naam staat op het monument in Wagenborgen.
Gwilyn werd op 22 november 1911 geboren in Coleman Alberta als zoon van William Baden (uit Wales en overleden) en Mary (Schotse) Powell. Zijn ouders waren op 10 augustus 1913 getrouwd in Vernon British Columbia. Hij was op 21 februari 1939 in Victoria British Columbia getrouwd met Doris Nellie Priscilla Powell, uit Victoria.
Hij was filiaalhouder en lid van the Church of England.
Hij nam op 13 september 1939 dienst in Victoria en hij ging op 2 september 1941 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 6 juni 1944 naar Frankrijk voor de D-Day landing. En hij raakte daarna op 8 juni gewond.
Gwilyn sneuvelde op maandag 30 april 1945 op de leeftijd van 33 jr. in the A Coy bij de Leda rivier tijdens de slag om Leer (NW Duitsland) en hij werd tijdelijk begraven in Ihrhove (Duitsland) voordat hij op 12 maart 1946 werd herbegraven in Holten.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp en the Canadian Efficiency Medal (1942).
Carmen werd op 15 juni 1914 geboren in Revelstoke, British Columbia als zoon van Angelo en Mary Caponero (beiden Italiaans). Hij was op 1 juli 1939 in Halden British Columbia getrouwd met Amy Caponero en hun zoons waren Donald John en Robert L. Caponero. Zijn broers waren Charlie, Ernest en Tony Caponero en zijn zuster was Mrs. Bud Pearson.
Hij werkte als klinker op een scheepswerf in Vancouver en hij was lid van de rooms-katholieke kerk.
Hij nam op 19 april 1944 dienst in Vancouver en hij ging op 12 oktober 1944 overzees naar het VK en hij ging vervolgens op 11 november 1944 naar NW Europa waar hij toetrad tot the Canadian Scottish Regiment. Op 21 november bevond hij zich in de omgeving van Nijmegen.
Als lid van “D” Coy was hij betrokken bij de operaties in het Rijnland en werd benoemd tot Lance Corporal op 24 maart 1945, toen zijn eenheid de Rijn kon oversteken.
Carmen sneuvelde op zaterdag 21 april 1945 op de leeftijd van 30 jr. bij de eerste poging om Wagenborgen te bevrijden. Hij werd tijdelijk in Siddeburen begraven en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: AS WE LOVED YOU SO WE MISS YOU IN OUR MEMORY YOU ARE NEAR. LOVING WIFE AND SONS
Zijn medailles waren: 1939-45 Star, France Germany Star, War Medal; CVSM & Clasp.
Zijn naam staat op het monument in Wagenborgen.

Frederick werd op 8 september 1908 geboren in Daysland Alberta als zoon van Wilson en Martha Henrietta Van Idour-Block uit Kelowna British Columbia. Zijn zusters waren: Mrs. Gladys Hopkins, Mrs. Evelyn Dailey, Mrs. Bernice Todd en Mrs. Beatrice Matheson.
Hij was op 19 december 1929 getrouwd met Helen Rosa McCall in Oyama British Columbia en zij hadden twee kinderen: een jongen: Arthur Frederick (1930) en een meisje Vivien Evelyn (1933).
Hij was van beroep mijnwerker en lid van the United Church of Canada.
Hij nam dienst op 16 juni 1942 in Vernon British Columbia en ontscheepte op 28 november 1943 vervolgens in het VK en hij ging op 17 oktober 1944 daarna aan land in België. Hij werd op 3 november 1944 in actieve dienst geplaatst bij the Canadian Scottish Regiment. Hij nam daarna deel aan de verdere opmars van zijn regiment door België en West-Duitsland (Rineland).
Hij werd op 16 februari 1945 bevorderd tot Lance Corporal.
Frederick sneuvelde op maandag 19 februari 1945 op de leeftijd van 36 jr. in de D-compagnie bij het Moyland Wald in Duitsland tijdens operation Veritable en hij werd tijdelijk begraven bij het Heseler Feld bij Calcar in Duitsland voordat hij in maart 1948 werd herbegraven in Holten.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France Germany Star; Defence Medal; War Medal 1939- 45; CVSM & Clasp.
Hij diende bij the Canadian Scottish Regiment.

John werd op 24 maart 1921 geboren in Lewes Sussex, Engeland als zoon van: voornaam vader onbekend en moeder Florence Gladys Rumney, zij is nl. later hertrouwd met stiefvader Reginald Alfred Rumney, uit Port Alberni, British Columbia. uit Port Alberni. Zijn stiefbroers en zussen waren Mrs. Joan Hay, Constance, Robert, Colward en Reginald Rumney. Na de school tot grade 12 te hebben doorlopen, werd hij houthakker op Vancouver Island en meldde zich in Victoria British Columbia op 27 juni 1940 aan bij the Canadian Scottish Regiment. Als een van de eerste leden van het Signal Platoon, kwam hij met zijn eenheid op 2 september 1941 in het VK aan, en verbeterde zijn vaardigheden door cursussen en oefeningen te volgen in Engeland en Schotland, voordat hij in Frankrijk landde op D-Day 6 juni 1944. Tijdens zijn verblijf in Engeland ging hij door met boksen en won het kampioenschap van zijn regiment in the Albert Hall, in Londen Engeland. Op 13 juni 1944 werd hij bevorderd tot L/Cpl. en diende het regiment in operaties in Noord-Frankrijk, België, Holland en Duitsland, met uitzondering van twee periodes waarin hij ziek was. Bij Wagenborgen werd hij toegevoegd aan the ‘D’ Coy, gedurende de eerste poging om het dorp te bevrijden. Hij raakte zwaar gewond en overleed, 24 jaar oud, op zaterdag 21 april 1945. Hij werd tijdelijk begraven in Siddeburen en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: UNTIL THE DAY BREAK AND THE SHADOWS FLEE AWAY” REMEMBER, DEAR A MOTHER’S LOVE WILL NEVER DIE
Zijn medailles waren: 1939-45 Star, France-Germany Star, Defence Medal; War Medal 1939-45; , CVSM & Clasp.
Hij staat vermeld op het monument in Wagenborgen.

Clayton werd op 3 april 1915 geboren in London Ontario, de zoon van George Albert en Rhea Jane Mitchell-Taylor. Zijn boers waren: Lloyd (geboren 1910), zuster Enid ( 1911), Carl ( 1918), Orville John (1921), William ( 1925) en Leslie ( 1927). Zowel Lloyd als Carl dienden ook bij het Canadese leger en van de anderen is het niet bekend.
Zijn moeder was al overleden toen hij het leger in ging.
Hij was op 18 augustus 1944 in London Ontario getrouwd met Helen Ruth Hadden en hij was spoorweg-employé en lid van the Church of England. Zijn vrouw was zwanger toen Clayton naar Europa ging en zij beviel van hun zoon Clayton Leroy in 1945 en hij is kort daarna in 1947 overleden.
Hij werd opgeleid bij de nationale reserve van the Midddlesex and Huron regiment van 1930-1940.
Hij nam vrijwillig op 13 maart 1943 dienst bij het Canadese leger, eerst bij the Perth regiment en hij werd op 17 juli bevorderd tot luitenant.
Hij ging pas op 9 januari 1945 vanuit het VK naar NW Europa en werd op 22 februari 1945 geplaatst bij the 1st Bn Canadian Scottish Regiment.
Hij sneuvelde op dinsdag 10 april 1945 op de leeftijd van 30 jr. als pelotonscommandant bij the B Coy tijdens de slag om Deventer . na het oversteken van een Duitse tankgracht op het terrein van het psychiatrisch ziekenhuis ‘de Brinkgreven’.
Hij werd daarna tijdelijk begraven in Oxe bij Deventer voordat hij op 17 december 1945 werd herbegraven in Holten.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star; France-Germany Star; Defence Medal; War Medal 1939-45; CVSM & Clasp.
NB Een plaquette is op 10 april 2018 nog voor hem onthuld op het terrein van Brinkgreven in Deventer.

Denis werd geboren op 22 januari 1921 in Creston, British Columbia als zoon van George en Doris Hucroft. Hij was getrouwd met Grace Anne Huscroft.
Na het afronden van zijn middelbare schoolopleiding in het oostelijke Kootenay District, trouwde hij en werd een meubelmaker voordat hij in dienst ging op 7 juli 1940 bij de Rocky Mountain Rangers in Kamloops British Columbia . Hij werd benoemd tot Lance / Corporal op 16 juli 1940 en werd korporaal op 17 juli 1941. Hij werd geselecteerd voor de officiers-cadettentraining op 10 januari 1942. Hij studeerde af als 2e Luitenant op 10 april 1942, en voltooide een opleiding tot luitenant bij A.16 CITC in Calgary op 16 mei 1942.
Op 1 augustus 1942 werd hij verbonden aan the Basic Training Camp, Vernon British Columbia, en kwam weer bij zijn eenheid op 6 september 1942 in Nanaimo British Columbia. Na een opleiding in begin 1944 aan de Forest, Bush en Jungle Warfare School kwam hij in het Verenigd Koninkrijk aan op 16 november 1944.
Op 12 december kwam hij vervolgens aan in NW-Europa als een officier voor de 1st Bn, The Canadian Scottish Regiment, in de omgeving van Nijmegen. Hij diende als een pelotonscommandant in de gevechten in het Rijnland bij Emmerich Duitsland en in het begin van april 1945 bij Deventer. Daarna werd hij Pioneer Officier van het bataljon op de eerste dag van de gevechten om Wagenborgen.
Denis sneuvelde daar op zaterdag 21 april 1945, 24 jaar oud. Hij werd tijdelijk begraven in Siddeburen en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: ”THE LORD IS MY SHEPHERD; I SHALL NOT WANT.” TILL WE MEET AGAIN
Zijn medailles waren:1939-45 Star, France Germany Star, War Medal 1945; CVSM & Clasp.
Zijn naam staat vermeld op het monument in Wagenborgen.
Martin (of ‘Van’), zoals hij al snel door zijn collega’s werd genoemd, werd op 19 juli 1916 geboren in Appleton, Wisconsin, USA . Hij is de zoon van Anthonius F. en Theresa Van Santvoord. Hij was getrouwd met Patricia E. Van Santvoord uit Vancouver en hun zoon was Anthony Martin Van Santvoord. Het is niet bekend, wanneer hij of zijn familie verhuisde naar Canada, maar hij voltooide zijn highschool en was machinist voor het uitbreken van de oorlog. In 1940 meldde hij zich bij het begin van de oorlog aan bij het 3e (Res) Bataljon van the Irish Fusiliers of Canada (Vancouver Regiment). Als een getrouwde man begon hij zijn actieve dienst als officierscadet op de OTC (WC) op 19 maart 1943. Daar zwaaide hij op 18 juni af als 2nd lieutenant en werd daarna op 17 juli 1943 bevorderd tot lieutenant (Infantry) in A.16 Calgary. Hij werd lid van het actieve dienstbataljon van zijn regiment in Vernon op 19 juli 1943, en keerde terug naar opleidingstaken op 16 augustus 1943 bij de A. Op 19 mei 1944 werd hij voor zes maanden tot instructeur benoemd bij de OTC(EG) Brockville en volgde toen een cursus van vier weken in handvuur- wapens op de CSATC, Nanaimo, eindigend op 7 november 1944.
Op 19 december 1944 kwam hij aan in het Verenigd Koninkrijk en op 19 februari 1945 was hij in NW-Europa als een versterkingsofficier voor The Canadian Scottish Regiment, met de toetreding tot het 1ste Bataljon net na de zware gevechten en verliezen in Moyland Wald Duitsland.
Hij was in dienst als Pioneer Officer in het Rijnland en bij Emmerich, en gaf waardevolle hulp bij de bevrijding van Didam op grond van zijn spreekvaardigheid in de Nederlandse taal. Dit talent werd opnieuw ingezet in de gevechten om Deventer en elders, toen de eenheid verplaatst werd naar Midden-en Oost-Nederland.
Misschien omdat hij zo geschikt was, en ongetwijfeld omdat er een tekort aan geweerpelotons-commandanten waren, werd hij geplaatst in the ‘A’ Coy medio in april 1945. Op 21-22 april beval hij het 18e peloton, om een deel van het vaderland van zijn voorouders te bevrijden.
Martin sneuvelde op zondag 22 april 1945 op de leeftijd van 28 jr. tijdens de bevrijding van Wagenborgen. Hij werd tijdelijk begraven in Siddeburen en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Op zijn grafsteen: BELOVED AND DEEPLY MOURNED BY HIS LOVING PARENTS AND ADORING WIFE AND SON
Zijn medailles waren: 1939-45 Star, France-Germany Star, War Medal 1945; CVSM & Clasp.
Zijn naam staat vermeld op het monument in Wagenborgen.
Anthony ‘Tony’ Compton Lundie werd op 20 februari 1915 geboren in Oakburn, Manitoba als zoon van Cuthbert en Mrs. M. Compton Lundie uit Duncan British Columbia.
Hij was lid van the Church of England. Zijn sporten waren tennis, rugby en vissen en hij las fictie en reismagazines. Hij bestuurde en organiseerde ook bij sportclubs.
Na het voltooien van zijn High School onderwijs op Vancouver Island, vond hij werk als commerciële kantoorbediende en in 1935 trad hij toe tot de 1e Bn van The Canadian Scottish Regiment in Victoria British Columbia.
Na verhuisd te zijn naar Duncan British Columbia, werd hij op 6 september 1939 private (soldaat) in de 2e Bn (MG) en een week later benoemd tot L/Cpl.
Op 25 januari 1940 werd hij bevorderd tot korporaal en dezelfde dag benoemd tot Lance Sergeant.
Hij werd bevorderd tot sergeant op 11 juni 1940 en, als een categorie “A” vrijwilliger, werd hij overgeplaatst naar het 1st Bn voor overzeese dienst op 19 juni 1940.
In de tussentijd was hij getrouwd met Mary Agnes Compton Lundie en werd hij in oktober 1940 overgeplaatst naar het Debert Camp, Nova Scotia en hij ging overzees naar Greenock, Schotland op 2 september 1941.
Als een zeer gewaardeerde senior NCO, werd hij geselecteerd voor de terugkeer naar Canada op 7 april 1942 als kandidaat voor de opleiding tot officier en hij studeerde af in het begin van september als een 2e luitenant bij OTC (WC) in Victoria. Op 10 december 1942 sloot hij de opleiding af en werd hij benoemd tot luitenant (Infanterie) bij A.16 in Calgary en kwam weer terug in het Verenigd Koninkrijk op 18 december 1942.
Op 16 januari 1943 kwam hij weer bij de 1e Bn en werd benoemd tot 21 C van de nieuw gevormde Anti-Tank Platoon of Support Coy. In deze functie landde hij op 6 juni 1944 in Normandië op D-Day, en werd bevorderd tot kapitein en OC A-Tk Platoon op 6 november 1944.
Op 6 februari 1945 werd hij adjudant, en op 10 februari werd hij aangesteld om het commando te voeren over the ‘D’ Coy in de waarnemende rang van majoor.
Hij vocht in het Moyland Wald, bij Emmerich (Duitsland) na het oversteken van de Rijn en daarna bij Deventer, en onderscheidde zich door moed en opvallend goede inzet.
Anthony sneuvelde op zaterdag 21 april 1945, op de leeftijd van 30 jaar bij de bevrijding van Wagenborgen. Hij werd tijdelijk begraven in Siddeburen en op 15 februari 1946 herbegraven in Holten.
Zijn medailles waren: 1939-45 Star, France Germany Star, Defence Medal; War Medal; CVSM & Clasp en ” Mentioned in Dispatches f o r gallantry and distinguished service.
Zijn naam staat vermeld op het monument in Wagenborgen.
This can contain general text about the place
This can contain general text about the place