Pte Thomas Thomas 9-H-16
Een Amerikaan van Welshe afkomst in het Canadese leger
De hoofdstad van Overijssel was bevrijd. In de Zwolse binnenstad was het begin van het feestgedruis al een beetje op gang aan het komen. Maar de schermutselingen waren nog niet ten einde. In Voorst, ten noorden van Zwolle, viel aan het begin van de avond op de 14e april 1945 een serie Duitse mortiergranaten. Het 1st Bn van het Canadian Scottish Regiment had er posities ingenomen in het zojuist bevrijde noordelijke deel van Zwolle. Private Thomas Llewellyn Thomas bleef roerloos liggen. Zijn helm was doorboord. Hij was dodelijk getroffen.
Een week na zijn dood schreef kapelaan R.L. Seaborn een brief aan Tom’s moeder. Seaborn schreef wat er gebeurd was: “He was killed in
action in the evening of April 14th on the northern outskirts of Zwolle in Holland. We had just occupied this area when the enemy
dropped a number of mortar bombs on it: a fragment from one of them pierced Tommie’s helmet and caused his death.”
Op de plaatselijke begraafplaats waren eerder al vier bemanningsleden van de Royal Air Force begraven. Naast hen werd een plek vrijgemaakt voor Tommie. Bij de begrafenis was een groot aantal Zwolse burgers aanwezig om hun respect te tonen voor de gevallen Canadese bevrijder.
Tom Thomas was een buitenbeentje in het Canadese leger. Hij was Amerikaan van geboorte.Op 26 augustus 1919 had hij samen met zijn
tweelingbroer Bill het levenslicht gezien in Milton, Oregon. Zijn ouders waren beide vanuit Wales geëmigreerd naar de Verenigde Staten. Ze bleven daar echter niet heel lang. In 1926, Tom moest nog zeven worden, verhuisde het boerengezin naar Penticton, British Columbia, Canada. Daar gaf vader Stephen zijn beroep als boer op en verkoos hij een carrière in het Canadese leger.
Tom Thomas had er al een lange carrière als militair op zitten. Op 27 april 1940 was hij in dienst gekomen. In juni 1942 werd hij verscheept naar Engeland, en hij was erbij toen geallieerde troepen op D-Day de kusten van Normandië bestormden.
Op 3 juni was hij aan boord gegaan van een van de vele schepen, die de soldaten aanvoerden naar Frankrijk, op 6 juni bestormde hij met zijn maten van het Canadian Scottish Regiment het Europese vasteland.
Tom had een grillige loopbaan in het leger. Hij begon als private en eindigde als private, maar ondertussen had hij wel de rang van lance
corporal en acting sergeant met de bijbehorende soldij gehad. Hij kneep er echter een paar keer tussenuit zonder toestemming, hij weigerde een opdracht uit te voeren en hij raakte spullen kwijt.
Het leverde hem reprimandes, berispingen, inhoudingen van soldij en drie dagen licht arrest op.En uiteindelijk de definitieve degradatie tot private.
Hij kwam de strijd betrekkelijk ongeschonden door, op een ernstige kneuzing van zijn dij en een verstuikte enkel tijdens de trainingen in Canada na. Met de gekneusde linker dij lag hij in juni 1940 twaalf dagen in het ziekenhuis, voor de gezwollen enkel werd hij twee dagen opgenomen. Daar tussendoor lag hij nog eens zes dagen in het ziekenhuis met een steenpuist op zijn rug en acht dagen toen hij in september 1940 door de griep geveld werd.
Eenmaal op het strijdtoneel in Noordwest-Europa bleef hij ongeschonden. Na een half jaar kreeg hij even rust. Hij mocht negen dagen
met verlof naar Engeland in februari 1945. Op 19 februari meldde hij zich weer bij zijn regiment. Hij begon eind maart aan de laatste
militaire operatie, die Duitsland op de knieën moest brengen. De route eindigde voor Thomas definitief in Zwolle.
De laatste melding op zijn persoonlijke kaart: “SOS 1 CSR wef 14 Apr 45 Killed in Action.” In gewoon Nederlands: Thomas
maakt geen deel meer uit (SOS= struck off strength) van het Canadian Scottish Regiment.
Er is een plaquette op 14 april 2021 onthuld voor hem in Westenholte (Zwolle) t.g.v. de 76e Bevrijdingsdag van deze stad.
© 2016 Jan Braakman